Zien door Yoga

Zien door Yoga is hét klassieke werk over yoga. Beter bekend is het onder de naam ‘Yoga-Sutra’, de yoga-spreuken van Patanjali.
Het boek bevat 195 aforismen, waarin zin en doel van yoga worden uitgelegd. Hoewel ze circa 2000 jaar oud zijn, schetsen de aforismen een beeld van de werkelijkheid dat vandaag nog sprankelend en actueel is. Ze verwoorden inzichten waaruit blijkt dat de schrijvers psychische en mentale mechanismen glashelder konden analyseren en ook bekend waren met de veelvuldige gelaagdheid van lichaam en geest. “Zien door yoga” betekent afdalen in de diepste lagen van het innerlijk, kennismaken met vlijmscherpe technieken van zelfanalyse, leren toepassen van beproefde technieken van zelftherapie.
Zien door Yoga is een vertaling in het Nederlands, rechtstreeks uit het Sanskriet. Het is de vertalers bovendien gelukt de literaire vorm van het werk ‘de bondigheid, kristallen helderheid en logische structuur’ ook in de Nederlandse tekst tot uitdrukking te brengen zonder ingewikkelde of onbegrijpelijke termen te hoeven gebruiken. Dit laatste geldt ook voor de begeleidende verantwoording van de vertaling en het uitvoerige commentaar.
N.B. Was uitverkocht tot 2007; op veler verzoek herdrukt!

Het koe-paard

De aantrekkelijke en eenvoudige liedjes die Chrystal Cochius voor Het koe-paard componeerde, zijn speciaal voor de leeftijdsgroep van 8 tot 12 jaar geschikt, om thuis en op school te zingen en eventueel te begeleiden.
De kinderen blijken ze in de praktijk erg graag te zingen, alleen en met elkaar.
Ook zijn er enkele spel- en dansbeschrijvingen toegevoegd.
Omdat nu zoveel jonge kinderen met de Engelse taal in aanraking komen, zijn ook twee Engelstalige songs opgenomen. De liedteksten zijn van Ans Cochius (11), Jaap Buys (2), Rob J. Rademaker (1) en Frerik Scheffer (2).
Van de prachtige linosnedes van Elsbeth Cochius zijn er enkele in kleur afgedrukt.
Eenstemmige notatie, met begeleidingsakkoorden.

Viool leren spelen, deel 4

Een uit vier delen bestaande vioolmethode waarvan het doel is: het harmonisch samengaan van de individuele ontwikkeling van een solide techniek en de gezamenlijke muzikale ontplooiing door middel van het samenspel. De leerstof van deze methode is daarom hoofdzakelijk tweestemmig uitgewerkt. Zowel de boven- als de onderstem maakt deel uit van de onderwijsstof en ze zijn van gelijke moeilijkheidsgraad: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wat de leraar en wat de leerling moet spelen.

In Viool leren spelen wordt de techniek niet gescheiden van de muzikale voordracht, waarbij voorop staat dat de leerstof in elk onderdeel als geheel muzikaal zinvol op de leerling moet overkomen.
Viool leren spelen heeft door zijn unieke tweeledige opzet veel voor op de reeds bestaande methodes, die over het algemeen uitsluitend gericht zijn op de individuele les. Bovendien wordt in deze tijd het geven van les aan groepen van overheidswege aangeraden en gestimuleerd.

Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.

Viool leren spelen, deel 3

Een uit vier delen bestaande vioolmethode waarvan het doel is: het harmonisch samengaan van de individuele ontwikkeling van een solide techniek en de gezamenlijke muzikale ontplooiing door middel van het samenspel. De leerstof van deze methode is daarom hoofdzakelijk tweestemmig uitgewerkt. Zowel de boven- als de onderstem maakt deel uit van de onderwijsstof en ze zijn van gelijke moeilijkheidsgraad: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wat de leraar en wat de leerling moet spelen.

In Viool leren spelen wordt de techniek niet gescheiden van de muzikale voordracht, waarbij voorop staat dat de leerstof in elk onderdeel als geheel muzikaal zinvol op de leerling moet overkomen.
Viool leren spelen heeft door zijn unieke tweeledige opzet veel voor op de reeds bestaande methodes, die over het algemeen uitsluitend gericht zijn op de individuele les. Bovendien wordt in deze tijd het geven van les aan groepen van overheidswege aangeraden en gestimuleerd.

Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.

Viool leren spelen, deel 2

Een uit vier delen bestaande vioolmethode waarvan het doel is: het harmonisch samengaan van de individuele ontwikkeling van een solide techniek en de gezamenlijke muzikale ontplooiing door middel van het samenspel. De leerstof van deze methode is daarom hoofdzakelijk tweestemmig uitgewerkt. Zowel de boven- als de onderstem maakt deel uit van de onderwijsstof en ze zijn van gelijke moeilijkheidsgraad: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wat de leraar en wat de leerling moet spelen.

In Viool leren spelen wordt de techniek niet gescheiden van de muzikale voordracht, waarbij voorop staat dat de leerstof in elk onderdeel als geheel muzikaal zinvol op de leerling moet overkomen.
Viool leren spelen heeft door zijn unieke tweeledige opzet veel voor op de reeds bestaande methodes, die over het algemeen uitsluitend gericht zijn op de individuele les. Bovendien wordt in deze tijd het geven van les aan groepen van overheidswege aangeraden en gestimuleerd.

Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.

Viool leren spelen, deel 1

Een uit vier delen bestaande vioolmethode waarvan het doel is: het harmonisch samengaan van de individuele ontwikkeling van een solide techniek en de gezamenlijke muzikale ontplooiing door middel van het samenspel. De leerstof van deze methode is daarom hoofdzakelijk tweestemmig uitgewerkt. Zowel de boven- als de onderstem maakt deel uit van de onderwijsstof en ze zijn van gelijke moeilijkheidsgraad: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wat de leraar en wat de leerling moet spelen.

In Viool leren spelen wordt de techniek niet gescheiden van de muzikale voordracht, waarbij voorop staat dat de leerstof in elk onderdeel als geheel muzikaal zinvol op de leerling moet overkomen.
Viool leren spelen heeft door zijn unieke tweeledige opzet veel voor op de reeds bestaande methodes, die over het algemeen uitsluitend gericht zijn op de individuele les. Bovendien wordt in deze tijd het geven van les aan groepen van overheidswege aangeraden en gestimuleerd.

Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.

Het positiespel

De vierdelige vioolmethode Viool leren spelen van Rudolf Zwartjes valt op door oorspronkelijkheid van materiaal, aandacht voor het samenspel en eigentijdse elementen.

Het positiespel is in dezelfde geest opgezet en kan als zelfstandig studieboek of als aanvullend deel op Viool leren spelen worden gebruikt. In dit ene boek wordt het spelen tot in de zevende positie behandeld en de problematiek van de positiewisseling wordt grondig aan de orde gesteld. Evenals in het laatste deel van Viool leren spelen (dat loopt tot en met de derde positie) wordt de hele kwintencirkel doorgewerkt. De methode bestaat uit nauw op elkaar afgestemde vooroefeningen, etudes en tweestemmige voordrachtstukken.

Gesterkt door het succes van Viool leren spelen heeft de auteur nog overtuigder gekozen voor een eigentijdse aanpak, waarin bijvoorbeeld polytonaliteit en onregelmatigheid in ritmiek als vanzelfsprekend hun plaats hebben gevonden.

Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.

De Chopin-etudes in historisch perspectief

De pianoetudes van Chopin, een van de onbetwiste hoogtepunten uit de pianoliteratuur, worden hier vanuit diverse gezichtspunten belicht. Binnen een tijdsbeeld, dat zich uitstrekt van het originele handschrift tot aan de hedendaagse Urtext, zijn onderwerpen als interpretatie, techniek, stijl, notentekst en de ontwikkeling van het instrument in een historisch perspectief geplaatst. Zo wordt niet alleen nieuw licht geworpen op de etudes, maar ook op de Chopin-interpretatie in het algemeen. Daarmee is dit een boek geworden voor zowel de liefhebber van Chopins muziek als voor de beroeps- en vergevorderde amateurpianist. Een groot aantal notenvoorbeelden en facsimile’s ondersteunt de tekst, terwijl een uitgebreide discografie een overzicht biedt van de vele uitvoerenden die in de loop van de geschiedenis deze meesterwerken op 78-toerenplaat, LP of CD hebben vastgelegd.

Jan Marisse Huizing, hoofdvakdocent piano en piano-methodiek aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium, is in zijn vakgebied zeer actief: van internationale masterclasses tot cursussen voor de Vereniging voor Huismuziek, van jurylid bij pianoconcoursen tot artistiek adviseur van het Grand Piano-festival en bestuurslid van de European Piano Teachers Association (EPTA), afdeling Nederland. Hij schreef pianomuziek voor kinderen onder het pseudoniem John Marisse.

De muziek van de speler

Waarom kan een musicus in zijn eentje prachtig spelen, en lukt het niet met een jury of publiek erbij? Waarom is een leerling slecht geconcentreerd terwijl hij zeer muzikaal lijkt? Waarom heeft een zangeres een droge keel, juist als het haar allerminst uitkomt? Welke praktische psychologische kennis en hulpmiddelen zijn beschikbaar voor optredenden en voor leraren?

Veel ervaring, theoretische uitleg en praktische toepassingen zijn systematisch en in een overzichtelijke structuur in dit boek bijeengebracht. Daarbij is ook gebruik gemaakt van wat schrijvers, schilders en musici over hun ontwikkeling hebben geschreven. In de meeste hoofdstukken zijn voorbeelden opgenomen van het op deze wijze werken met musici. Het boek is daardoor bruikbaar als een soort checklist: Aan wat voor gedrag is een bepaalde achtergrond te herkennen? Wat kan ik daar wel en niet mee doen? Welke middelen staan musicus en docent daarvoor ter beschikking? Op welke punten kan mijn vertrouwde patroon worden aangevuld? Bewuste en minder bewuste factoren worden hiermee toegankelijker voor de praktijk van het lesgeven en optreden. Het boek wordt met een aantal schematische samenvattingen van de behandelde onderwerpen afgesloten.

Dolf Grunwald was psycholoog, trainer en organisatie-adviseur, en werkzaam als docent psychologie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij overleed in 2004.

Hatha Yoga Werkboek

Aan de hand van dit praktische werkboek kom je allerlei zaken omtrent yoga te weten, maar vooral leer je ermee hoe je regelmatig kunt oefenen om zo te ontdekken wat yoga voor jou kan betekenen, hoe je persoonlijkheid kan worden beïnvloed, hoe yoga de weg kan worden naar een evenwichtig en gezond leven. De nadruk ligt dus op het doen van yoga.
De kern van het werkboek bestaat uit 52 weekprogramma’s. Elk weekprogramma vormt een geheel van op elkaar afgestemde oefeningen waardoor je de taal van het lichaam stap voor stap beter leert verstaan en de werking van de oefeningen op lichaam en geest groter en dieper wordt. De weekprogramma’s worden afgerond met adem- en meditatieoefeningen.
Dit Hatha Yoga Werkboek van Jogchum Dijkstra is het meest complete oorspronkelijk Nederlandstalige yogaboek, dat ondanks de grote hoeveelheid informatie overzichtelijk en duidelijk is.

Directieve gezinstherapie

De wijze waarop Jay Haley zijn cliënten benadert, is erop gericht de problemen op te lossen binnen het kader van het gezin. De nadruk ligt dus niet op het individu. Elk symptoom dat zich voordoet, wordt eerst duidelijk geformuleeerd aan de hand van wat uit gesprekken met gezinsleden en andere naaste familieleden kan worden opgemaakt; daarna wordt een plan opgesteld om in de maatschappelijke situatie van de cliënt te interveniëren.

Deze nadruk op de maatschappelijke context – problemen geplaatst in het licht van ruimere systemen als buurt, school en werk – impliceert dat ook de therapeut zelf een deel is van die maatschappelijke controlesituatie waarin de problemen ontstaan. Voor een succesvolle aanpak is het voor de therapeut van essentieel belang zich van dit dilemma bewust te zijn en er op de juiste manier mee om te gaan.

Dit gedegen handboek wijst ook de minder ervaren therapeut de weg binnen deze complexe problematiek. Het bestaat voor het grootste deel uit praktische hoofdstukken, die met veel voorbeelden aangeven hoe een therapie kan worden begeleid vanaf het eerste gesprek tot in de diverse latere stadia. Ook biedt het boek een bezinning op de ethische kanten van therapie, zoals gebruik van informatie en manipulatie van de cliënt, en is een hoofdstuk gewijd aan problemen in de opleiding. Een uitgebreide gevalsbeschrijving illustreert Haley’s benadering in de praktijk.

Plankenkoorts

Plankenkoorts is bedoeld voor docenten en groepsbegeleiders die toneel als spelvorm (willen gaan) geven aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 15 jaar.

De ideeën in dit boek zijn gerangschikt onder verschillende kopjes ‘ bijvoorbeeld ‘kindertoneel’, ‘schimmenspel’ en ‘clownerie’. Hiermee is eenvoudig een activiteit op te zetten, ook door mensen die weinig tijd hebben voor de voorbereiding. In ‘Spelvormen voor kinderen’ worden voorbereidende spelvormen uitgewerkt, zoals kennismakingsspelen, pantomime en computerspelletjes. Er wordt uitgelegd hoe een verhaal tot toneelspel dient te worden opgebouwd en uitgewerkt. De hoofdstukken zijn merendeels ‘ bewerkte en geactualiseerde ‘ artikelen uit het tijdschrift Speel Mee, dat door de Stichting LANS werd uitgegeven.

Alle beschreven activiteiten zijn in de praktijk getoetst. De vele foto’s en illustraties en de overzichtelijke opzet maken het geheel tot een gemakkelijk te gebruiken werkboek, ook voor studenten aan een MBO of HBO.

In de serie Creatieve vorming is ook deel 1: Een fluitje van een cent verschenen en te bestellen via deze site.

Paul Rooyackers (1951) studeerde dans aan de Theaterschool te Amsterdam. Hij was dans- en spelpedagoog in het voortgezet onderwijs, gaf 30 jaar lang musicaltraining aan Codarts, Hogeschool voor de Kunsten te Rotterdam, en leidde de musicalschool van het Muziekcentrum Zuid-Kennemerland te Haarlem. Hij schreef talloze artikelen op verscheidene vakgebieden, publiceerde een aantal vakboeken en was eindredacteur van Speel Mee. Nog steeds produceert hij artikelen en boeken op dit vakgebied.