Viool leren spelen, deel 1

Een uit vier delen bestaande vioolmethode waarvan het doel is: het harmonisch samengaan van de individuele ontwikkeling van een solide techniek en de gezamenlijke muzikale ontplooiing door middel van het samenspel. De leerstof van deze methode is daarom hoofdzakelijk tweestemmig uitgewerkt. Zowel de boven- als de onderstem maakt deel uit van de onderwijsstof en ze zijn van gelijke moeilijkheidsgraad: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wat de leraar en wat de leerling moet spelen.

In Viool leren spelen wordt de techniek niet gescheiden van de muzikale voordracht, waarbij voorop staat dat de leerstof in elk onderdeel als geheel muzikaal zinvol op de leerling moet overkomen.
Viool leren spelen heeft door zijn unieke tweeledige opzet veel voor op de reeds bestaande methodes, die over het algemeen uitsluitend gericht zijn op de individuele les. Bovendien wordt in deze tijd het geven van les aan groepen van overheidswege aangeraden en gestimuleerd.

Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.

Het positiespel

De vierdelige vioolmethode Viool leren spelen van Rudolf Zwartjes valt op door oorspronkelijkheid van materiaal, aandacht voor het samenspel en eigentijdse elementen.

Het positiespel is in dezelfde geest opgezet en kan als zelfstandig studieboek of als aanvullend deel op Viool leren spelen worden gebruikt. In dit ene boek wordt het spelen tot in de zevende positie behandeld en de problematiek van de positiewisseling wordt grondig aan de orde gesteld. Evenals in het laatste deel van Viool leren spelen (dat loopt tot en met de derde positie) wordt de hele kwintencirkel doorgewerkt. De methode bestaat uit nauw op elkaar afgestemde vooroefeningen, etudes en tweestemmige voordrachtstukken.

Gesterkt door het succes van Viool leren spelen heeft de auteur nog overtuigder gekozen voor een eigentijdse aanpak, waarin bijvoorbeeld polytonaliteit en onregelmatigheid in ritmiek als vanzelfsprekend hun plaats hebben gevonden.

Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.

Het koe-paard

De aantrekkelijke en eenvoudige liedjes die Chrystal Cochius voor Het koe-paard componeerde, zijn speciaal voor de leeftijdsgroep van 8 tot 12 jaar geschikt, om thuis en op school te zingen en eventueel te begeleiden.
De kinderen blijken ze in de praktijk erg graag te zingen, alleen en met elkaar.
Ook zijn er enkele spel- en dansbeschrijvingen toegevoegd.
Omdat nu zoveel jonge kinderen met de Engelse taal in aanraking komen, zijn ook twee Engelstalige songs opgenomen. De liedteksten zijn van Ans Cochius (11), Jaap Buys (2), Rob J. Rademaker (1) en Frerik Scheffer (2).
Van de prachtige linosnedes van Elsbeth Cochius zijn er enkele in kleur afgedrukt.
Eenstemmige notatie, met begeleidingsakkoorden.

In wijsheid sterven

Als we met de dood te maken krijgen, zijn we er vaak slecht op voorbereid. Uit het veld geslagen en niet wetend wat we moeten doen of zeggen, houden we onze adem in tot alles weer voorbij is, met als gevolg dat we blijven zitten met gevoelens van spijt en onopgelost verdriet. In wijsheid sterven is een inspirerende gids voor bewuster leven en sterven. Michael Murphy vertelt ontroerende verhalen van mensen die met de dood werden geconfronteerd en degenen die hen daarbij hebben begeleid. Hij weeft die verhalen dooreen met oude mythen en legenden en de inzichten die hij heeft verworven in de tientallen jaren dat hij anderen op hun tocht naar de dood de weg heeft gewezen, en legt steeds de nadruk op de positieve, bevrijdende aspecten van de dood.
Murphy maakt ons deelgenoot van zijn spirituele reflecties over de geest, de ziel en het geven en ontvangen van liefde. We worden betrokken in een visionair ontdekkingsproces, dat de diepten verkent van de essenties van een liefderijk en zinvol leven.

N. Michael Murphy was hoogleraar klinische psychiatrie en huisartsgeneeskunde aan het Albany Medical College in Albany, New York. Hij heeft daar ook een hospice opgericht, waar zijn ideeën over bezield leven en sterven centraal staan. Murphy leidde workshops en gaf lezingen in de Verenigde Staten, België, Nederland en Ierland.
Hij is in 2018 overleden.

De Chopin-etudes in historisch perspectief

De pianoetudes van Chopin, een van de onbetwiste hoogtepunten uit de pianoliteratuur, worden hier vanuit diverse gezichtspunten belicht. Binnen een tijdsbeeld, dat zich uitstrekt van het originele handschrift tot aan de hedendaagse Urtext, zijn onderwerpen als interpretatie, techniek, stijl, notentekst en de ontwikkeling van het instrument in een historisch perspectief geplaatst. Zo wordt niet alleen nieuw licht geworpen op de etudes, maar ook op de Chopin-interpretatie in het algemeen. Daarmee is dit een boek geworden voor zowel de liefhebber van Chopins muziek als voor de beroeps- en vergevorderde amateurpianist. Een groot aantal notenvoorbeelden en facsimile’s ondersteunt de tekst, terwijl een uitgebreide discografie een overzicht biedt van de vele uitvoerenden die in de loop van de geschiedenis deze meesterwerken op 78-toerenplaat, LP of CD hebben vastgelegd.

Jan Marisse Huizing, hoofdvakdocent piano en piano-methodiek aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium, is in zijn vakgebied zeer actief: van internationale masterclasses tot cursussen voor de Vereniging voor Huismuziek, van jurylid bij pianoconcoursen tot artistiek adviseur van het Grand Piano-festival en bestuurslid van de European Piano Teachers Association (EPTA), afdeling Nederland. Hij schreef pianomuziek voor kinderen onder het pseudoniem John Marisse.

Onbeperkt ontspannen voor jongeren

Zeker ook in klassen of groepen van jongeren is er rust nodig om bezig te kunnen zijn met het doel van die klas of groep.
Dit boek biedt leerkrachten en begeleiders of coaches van groepen ruim 140 korte en lange oefeningen die kunnen worden gebruikt om individuele jongeren klassikaal voor of tijdens stresssituaties (zoals toetsen en examens) te ontspannen en weer bij zichzelf terug te brengen.
Het zijn praktische oefeningen die het beste van de westerse en de oosterse benaderingen combineren. Er is bijvoorbeeld een 8-weken-module, te gebruiken als examenstressreductietraining.
Het boek biedt duidelijke aanwijzingen voor het introduceren en opstarten van deze aanpak.

Hoewel het boek zich vooral richt op jongeren van 11 tot 21 jaar, zijn de oefeningen ook zeer geschikt voor individueel gebruik op welke leeftijd ook, of bij gebruik in groepen van volwassenen.

Ook degenen die geïnteresseerd zijn in non-dualiteit, zullen zich in dit boek herkennen.

Pia de Blok-de Korte (1950) is sinds 1983 yogadocente, en geeft sinds 2005 workshops en lessen ‘Onbeperkt ontspannen met inzicht in non-dualiteit’ op basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en hoger onderwijs. Zij leidt tevens leerkrachten, yogadocenten, jongerenwerkers en andere hulpverleners, en coaches op om deze theorie in praktijk te brengen. Haar werkwijze is gebaseerd op de advaita vedanta-filosofie, met name op de non-dualistische levenswijze die daarvoor als basis dient. Zij was leerlinge van Douwe Tiemersma, oprichter van het Advaita Centrum in Nederland.
Zij publiceerde eerder ‘Advaita Sprookjes’, en was medeauteur van ‘Jij bent … mij’.

NBD Biblion – Recensie:

De schrijfster, een ervaren yoga-docente, heeft het aangedurfd een werkboek om te ontspannen te schrijven voor pubers. Juist de jeugd staat tegenwoordig, mede door de multimedia, erg onder druk. Weinig slaap, veel schoolstress en ook nog op zoek naar geluk. Zo ontstaan ademspanning, spierspanning en mentale spanning. Met behulp van enkele scholen heeft ze een lesmethode ontwikkeld om de jongeren in groepsverband te leren ontspannen. Na een korte inleiding is het boek vooral gevuld met zo’n 140 oefeningen, die stapsgewijs worden uitgelegd. Soms zijn ze verhelderd met mooie kleurenfoto’s. De oefeningen zijn verdeeld in thema’s en kunnen in modules gecombineerd worden. Achterin staat hoe een achtweeks schema er uit zou kunnen zien. Er zijn ook meerdere korte oefeningen (’time outs’) die tussendoor gedaan kunnen worden voor bijvoorbeeld een proefwerk. De werkwijze is praktisch en toegankelijk, al zul je jongeren wel moeten motiveren, maar de resultaten in de proefklassen zijn goed. Ook een goed boek voor leraren. Uiteraard zijn de oefeningen ook individueel te doen, maar ze hebben meer effect in groepsverband. Achterin staan verwijzingen naar boeken en websites. Onder begeleiding vanaf ca. 11 jaar (groep 8); zelfstandig te gebruiken vanaf ca. 14 jaar.

Recensent: A. Jeeninga, huisarts

Hatha Yoga Werkboek

Aan de hand van dit praktische werkboek kom je allerlei zaken omtrent yoga te weten, maar vooral leer je ermee hoe je regelmatig kunt oefenen om zo te ontdekken wat yoga voor jou kan betekenen, hoe je persoonlijkheid kan worden beïnvloed, hoe yoga de weg kan worden naar een evenwichtig en gezond leven. De nadruk ligt dus op het doen van yoga.
De kern van het werkboek bestaat uit 52 weekprogramma’s. Elk weekprogramma vormt een geheel van op elkaar afgestemde oefeningen waardoor je de taal van het lichaam stap voor stap beter leert verstaan en de werking van de oefeningen op lichaam en geest groter en dieper wordt. De weekprogramma’s worden afgerond met adem- en meditatieoefeningen.
Dit Hatha Yoga Werkboek van Jogchum Dijkstra is het meest complete oorspronkelijk Nederlandstalige yogaboek, dat ondanks de grote hoeveelheid informatie overzichtelijk en duidelijk is.

Directieve gezinstherapie

De wijze waarop Jay Haley zijn cliënten benadert, is erop gericht de problemen op te lossen binnen het kader van het gezin. De nadruk ligt dus niet op het individu. Elk symptoom dat zich voordoet, wordt eerst duidelijk geformuleeerd aan de hand van wat uit gesprekken met gezinsleden en andere naaste familieleden kan worden opgemaakt; daarna wordt een plan opgesteld om in de maatschappelijke situatie van de cliënt te interveniëren.

Deze nadruk op de maatschappelijke context – problemen geplaatst in het licht van ruimere systemen als buurt, school en werk – impliceert dat ook de therapeut zelf een deel is van die maatschappelijke controlesituatie waarin de problemen ontstaan. Voor een succesvolle aanpak is het voor de therapeut van essentieel belang zich van dit dilemma bewust te zijn en er op de juiste manier mee om te gaan.

Dit gedegen handboek wijst ook de minder ervaren therapeut de weg binnen deze complexe problematiek. Het bestaat voor het grootste deel uit praktische hoofdstukken, die met veel voorbeelden aangeven hoe een therapie kan worden begeleid vanaf het eerste gesprek tot in de diverse latere stadia. Ook biedt het boek een bezinning op de ethische kanten van therapie, zoals gebruik van informatie en manipulatie van de cliënt, en is een hoofdstuk gewijd aan problemen in de opleiding. Een uitgebreide gevalsbeschrijving illustreert Haley’s benadering in de praktijk.

Plankenkoorts

Plankenkoorts is bedoeld voor docenten en groepsbegeleiders die toneel als spelvorm (willen gaan) geven aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 15 jaar.

De ideeën in dit boek zijn gerangschikt onder verschillende kopjes ‘ bijvoorbeeld ‘kindertoneel’, ‘schimmenspel’ en ‘clownerie’. Hiermee is eenvoudig een activiteit op te zetten, ook door mensen die weinig tijd hebben voor de voorbereiding. In ‘Spelvormen voor kinderen’ worden voorbereidende spelvormen uitgewerkt, zoals kennismakingsspelen, pantomime en computerspelletjes. Er wordt uitgelegd hoe een verhaal tot toneelspel dient te worden opgebouwd en uitgewerkt. De hoofdstukken zijn merendeels ‘ bewerkte en geactualiseerde ‘ artikelen uit het tijdschrift Speel Mee, dat door de Stichting LANS werd uitgegeven.

Alle beschreven activiteiten zijn in de praktijk getoetst. De vele foto’s en illustraties en de overzichtelijke opzet maken het geheel tot een gemakkelijk te gebruiken werkboek, ook voor studenten aan een MBO of HBO.

In de serie Creatieve vorming is ook deel 1: Een fluitje van een cent verschenen en te bestellen via deze site.

Paul Rooyackers (1951) studeerde dans aan de Theaterschool te Amsterdam. Hij was dans- en spelpedagoog in het voortgezet onderwijs, gaf 30 jaar lang musicaltraining aan Codarts, Hogeschool voor de Kunsten te Rotterdam, en leidde de musicalschool van het Muziekcentrum Zuid-Kennemerland te Haarlem. Hij schreef talloze artikelen op verscheidene vakgebieden, publiceerde een aantal vakboeken en was eindredacteur van Speel Mee. Nog steeds produceert hij artikelen en boeken op dit vakgebied.

Laat je hart ademen (CD)

Deze cd is bedoeld voor mensen die hun lichaamsbewustzijn willen verdiepen en de verbinding met hun hart willen versterken. De ingesproken adem- en bewegingsoefeningen nodigen je uit om hartkwaliteiten te ervaren, en met lichaam, hart en ziel in het hieren nu te zijn. Het oefenaanbod is zo gekozen dat de oefeningen hartcoherentie bevorderen.

CD met uitgebreide handleiding in CD-boekje.

N.B. Voor professionals is een hand-out met de complete ingesproken teksten gemaakt.

Regine Herbig is zowel adem- als bewegings-therapeute en heeft een eigen werkwijze ontwikkeld die adem en beweging met elkaar verbindt. Zij heeft 20 jaar een praktijk in München gehad, heeft daarna 10 jaar in Nederland gewerkt en is nu weer actief in München.

Hypnotherapie

Milton H. Erickson (1902-1980) ondervond tijdens zijn leven internationale waardering als beoefenaar van medische hypnose. Meer dan enig ander op dit gebied was hij in staat de ontzaglijke mogelijkheden van hypnose te verkennen en aan te tonen. Daarvan getuigen in dit boek o.a. de resultaten van een langdurig experiment met Aldous Huxley, een van de creatiefste mensen van zijn tijd.
Ericksons gedrag was uitzonderlijk ingewikkeld wanneer hij hypnotische bewustzijnstoestanden opwekte en gebruikte, maar toch was hij zeer systematisch; in het bijzonder zijn taalgebruik vertoont onderscheiden patronen.

In dit boek worden enkele van de patronen van Ericksons gedrag bij hypnose uit de doeken gedaan. Auteurs Bandler en Grinder bieden via een gemakkelijk aan te leren, want stapsgewijze aanpak een expliciet model aan dat de vaardigheden van Erickson bevat. In geen andere publicatie werden de structuren van zijn interventies zo grondig uit de doeken gedaan en zo goed overdraagbaar gemaakt.

Deel I van het boek bevat een aantal artikelen met spannende voorbeelden van Ericksons werkwijze; door de auteurs wordt commentaar op de gedragspatronen gegeven.
In Deel II worden de gedragspatronen in natuurlijke groepen ingedeeld, waardoor men een totaalbeeld van Ericksons werk krijgt. Tevens wordt een manier aangereikt om eigen ervaringen met hypnose te organiseren.
Deel III bevat de stapsgewijze, duidelijke presentatie van de in Deel I en Deel II aangegeven gedragspatronen, waardoor men inzicht in de formele kenmerken ervan krijgt en vaardigheden kan ontwikkelen om elk patroon zelf te construeren.

Bandler en Grinder hebben in dit werk een brug geslagen tussen ervaringen en onderzoeksresultaten van hypnose, neurologie, linguïstiek en psychologie – en dat bleek een doorbraak op met name therapeutisch gebied.

Een boek voor (aanstaande) therapeuten en voor onderzoekers die in de toepassing van de linguïstiek zijn geïnteresseerd.

Herstel van het vermogen om te verlangen

Friedrich en Dagmar Ingwersen, respectievelijk psychiater en lichaamsgericht werkend therapeute, passen in hun kliniek in Noord-Duitsland zeer diverse therapeutische technieken toe. Bij de ‘ kortdurende ‘ behandeling wordt per patiënt steeds nagegaan wat een passende volgende stap zou zijn in het genezingsproces. De familieopstelling naar voorbeeld van Bert Hellinger kreeg hierbij een sleutelrol.
Lichaamswerk en opstellingen, doorgaans geassocieerd met ‘zelfverwerkelijking’, worden hier toegepast in een reguliere psychotherapeutische setting. Tussen de regels door is in de tekst voortdurend een therapeutische houding voelbaar die de patiënt niet primair ziet als iemand met een probleem, maar als iemand die op weg is naar een oplossing. De vele beschreven casussen vormen een levendige illustratie van de gevolgde werkwijze.

Cateleyne Deodatus, lichaamsgericht werkend psycholoog, heeft het boek samengesteld uit delen van artikelen die verslag doen van telkens weer andere aspecten van het werk van Friedrich en Dagmar Ingwersen, waar nodig aangevuld met eigen commentaar. Zo wordt helder gemaakt wat het verschil is tussen een systemisch-constructivistische en een systemisch-fenomenologische benadering, maar vooral ook hoe beide elkaar kunnen aanvullen en ‘ door te switchen tussen de twee ‘ tot bijzondere resultaten kunnen leiden.