Jazz in de klas is niet meer leverbaar via De Toorts. Het boek is wél rechtstreeks te bestellen bij de auteur: of zie haar website: http://www.suzanovermeer.nl
Voor groepen kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar is Jazz in de klas een uniek educatief jazzlesboek. Er zijn twaalf speciaal voor dit project geschreven Nederlandstalige jazzliedjes met allerlei meespeelversies, in totaal meer dan veertig tracks. In het boek staan per lied uiteenlopende actieve lesopdrachten, die steeds andere accenten leggen. Zo kunnen er heel wat swingende uurtjes in de klas worden doorgebracht.
De lessen en de liedjes zijn zo gemaakt dat iedere leerkracht uit het primair onderwijs of vakdocent muziek er gemakkelijk en zonder veel voorbereiding mee kan werken. Het uitgangspunt bij elke lesopdracht is de eigen creativiteit van het kind: zelf muziek verzinnen en improviseren. Alle kinderen, of ze nu wel of geen muzikale voorkennis hebben, kunnen ‘zingend of op instrumenten spelend ‘ meedoen met Jazz in de klas.
Suzan Overmeer heeft zowel de lessen samengesteld als de liedjes geschreven. Voor de muziek zijn de liedjes gearrangeerd door Søren Ballegaard.
Het boek is een project van de stichting Jazz4kids en werd mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds en het SNS Reaalfonds.
Vroeger verschenen onder de titel: Revolutie binnen het huwelijk.
Hoe komt het dat liefdesrelaties soms vastlopen? Is uit elkaar gaan het enige dat er dan opzit? Hoe kun je een relatie leefbaar houden én inhoud geven? Wat is liefde eigenlijk? Met deze en dergelijke vragen als uitgangspunt schreef Riekje Boswijk dit boek, puttend uit persoonlijke ervaringen waarvan zij de essentie op een emotioneel doorvoelde wijze heeft weten te verwerken. Eerst schetst zij welke krachten er tussen partners werkzaam zijn, waar die vandaan komen en hoe ze in elkaar kunnen haken, waardoor een relatie kan vastroesten in rollen en patronen. Vervolgens toont zij aan dat de enige wezenlijke verandering in zo’n situatie de persoonlijke verandering van beide partners is. Wat er binnen een relatie tijdens dergelijke veranderingsprocessen kan gebeuren, beschrijft zij in het laatste onderdeel van het boek: een prachtige weergave van de groei naar zelfstandigheid en volwassenheid. Liefde ontwikkelen blijkt een diepgaand en vérstrekkend transformatieproces te zijn.
Riekje Boswijk-Hummel richtte samen met Jan Boswijk Centrum Boswijk op, waar zij meer dan dertig jaar werkte als therapeute en opleider aan de Opleiding Transpersoonlijke Psychotherapie. De inzichten en ervaringen die zij gedurende die jaren opdeed, legde zij vast in haar boeken.
De laatste jaren geeft ze nascholing aan therapeuten en andere hulpverleners, en lezingen aan geïnteresseerden.
Voor uitgebreidere informatie over Riekje Boswijk en de activiteiten in het centrum, zie: www.centrumboswijk.nl
De spelregels voor De Magische Verbinding en voor Het Orakel staan op de spelwijzer-kaarten in het deck.
Speel het spel van De Magische Verbinding thuis met familie of vrienden, of gebruik het als kennismakingsspel in groepen, bij het vormingswerk en alle bijeenkomsten om elkaar te leren kennen.
Laat de Magische Verbinding van het Lot je vertellen hoe je in het leven staat.
Geef de Innerlijke Magische Verbinding kans je te laten zien hoe je over jezelf denkt.
Laat vrienden en kennissen tonen hoe ze jou zien door de Uiterlijke Magische Verbinding.
Speel dit eenvoudige spel voor de gezelligheid en om samen plezier te hebben. Of speel het serieus om je in je eigen karakter en in dat van anderen te verdiepen. En wil je helderheid over een oplossing voor vragen die bij je leven, speel dan Het Orakel. Er is geen winnaar of verliezer. De winst bestaat uit het inzien, leren en groeien.
Salvatore Cantore (1941) is Italiaan van geboorte, groeide op in Duitsland en woont sinds 1968 in Nederland. Hij studeerde theologie en filosofie en was jarenlang studieleider Drama en Expressie aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Recent heeft hij zich vooral toegelegd op het ontwerpen en geven van cursussen voor sociale en communicatieve vaardigheden.
Het totaalbedrag, inclusief verzendkosten, is 16,00. Het spel kan niet door de brievenbus en wordt als pakketpost verzonden.
Sprookjes zijn niet alleen sympathieke of verontrustende verhalen, ze geven inzicht in menselijke waarden en bieden vaak oplossingen voor de onmogelijkste situaties.
Willem Cranen schreef een groot aantal sprookjes die hij gebruikte in zijn contact met kinderen en volwassenen. Met de sprookjes kan men zowel individueel als in groepsverband werken.
Ieder sprookje bevat een waarheid of biedt inzicht in een bepaalde situatie. De sprookjes gaan over eigenwaarde, fobieën, het aanpassen aan een veranderde realiteit, eenzaamheid, goed en kwaad, leren relativeren, zoeken naar een ideaal, moeilijke beslissingen nemen, misverstanden, depressies, frustraties, verlies van intensieve contacten en andere onderwerpen.
Ze zijn door de auteur bij opleidingen, cursussen en therapieën gebruikt. Afgezien van de therapeutische werking zijn de sprookjes ook zonder die bedoeling leuk om te lezen.
Willem Cranen is als psycholoog werkzaam in de zwakzinnigenzorg en geeft daarnaast communicatiecursussen; als docent aan diverse opleidingen heeft hij ervaring in het werken met groepen.
Hulpverleners worden regelmatig geconfronteerd met vragen als: Hoe kan uit een eerste gesprek met de patiënt of de cliënt een helpend contact ontstaan? en: Hoe kan uit enkele gesprekken een optimaal helpende relatie groeien?
Met ‘hulpverleners’ worden hier bedoeld: maatschappelijk werkers, artsen, verpleegkundigen, vormingswerkers, agogisch werkers, personeelswerkers, psychiaters, psychotherapeuten, psychologen, pastores enzovoort. Ook in andere beroepen of relaties kan een ‘helpend gesprek’ onderdeel uitmaken van de dagelijkse taak, waarbij met name openheid, echtheid en creativiteit van belang zijn.
In dit boek wordt veel aandacht aan het gezamenlijke groeiproces besteed. De talrijke voetangels en klemmen die zich in gesprekken regelmatig voordoen, worden per item behandeld, zoals: aandacht voor de omgeving waarin wordt gesproken, eerlijk zijn, respect tonen, de mate van begrip, persoonlijke en beroepsethiek, notities maken, bandopnamen, open en gesloten vragen, onderbrekingen, herhalen, verduidelijken, interpreteren, verklaren, aanmoedigen, aandringen, tegenspreken, mopperen, humoristisch zijn en hoe een gesprek afsluiten.
Alfred Benjamin laat in dit bijzonder instructieve boek zien dat niet alleen praten, maar vooral ook luisteren een essentieel onderdeel van een helpend gesprek is. De vele herdrukken bewijzen dat Het helpende gesprek een onmisbaar boek is. Het geeft inzicht in gesprekstechniek in het algemeen en in hoe gesprekken in de geestelijke gezondheidszorg verlopen, waardoor het boek tevens een drempel kan wegnemen voor wie hulp zoekt.
Mensen zijn gelukkig verschillend. Dat maakt de samenleving kleurrijk en dynamisch, en het is tevens een bron van plezier en inspiratie. Er is wel een schaduwzijde: met sommige van die verschillen kunnen we moeilijk omgaan. We laten ons irriteren, krijgen ruzie of gaan iemand liever uit de weg. Toch kunnen we er samen uitkomen: in het gezin, met vrienden en bekenden, tijdens onderhandelingen, in teams of in het leiding geven aan medewerkers.
Jorie van der Loo beschrijft oorzaken die vaak aan de basis liggen van gevoelens van sympathie en antipathie. Hij maakt daarbij gebruik van een metafoor: de elementen Aarde, Water, Lucht en Vuur. Ze vormen een herkenbaar kader om zelfkennis te toetsen en te vergroten, en de daarop gebaseerde mensenkennis verder te ontwikkelen. Aangegeven wordt hoe het verschil tussen mensen die anders geaard zijn, of die als tegengesteld worden ervaren (we zeggen wel eens: ‘Ze zijn als water en vuur’), kan worden overbrugd. Met een vragenlijst kan de lezer een profiel vervaardigen van de eigen toepassing van de elementen. Ook is er aandacht voor de dagelijkse praktijk, met concrete tips hoe je relaties kunt verbeteren. Inzicht wordt gegeven in hoe je je doel kunt nastreven en tegelijkertijd een goede verstandhouding kunt bewaren.
Jorie van der Loo, werkzaam voor De Baak Management Centrum VNO-NCW te Driebergen, geeft trainingen op het gebied van leiding geven, samenwerken, onderhandelen en persoonlijke effectiviteit. Hij coacht managers bij het creëren van condities om met een team en met individuele medewerkers optimale resultaten te behalen.
Zien door Yoga is hét klassieke werk over yoga. Beter bekend is het onder de naam ‘Yoga-Sutra’, de yoga-spreuken van Patanjali.
Het boek bevat 195 aforismen, waarin zin en doel van yoga worden uitgelegd. Hoewel ze circa 2000 jaar oud zijn, schetsen de aforismen een beeld van de werkelijkheid dat vandaag nog sprankelend en actueel is. Ze verwoorden inzichten waaruit blijkt dat de schrijvers psychische en mentale mechanismen glashelder konden analyseren en ook bekend waren met de veelvuldige gelaagdheid van lichaam en geest. “Zien door yoga” betekent afdalen in de diepste lagen van het innerlijk, kennismaken met vlijmscherpe technieken van zelfanalyse, leren toepassen van beproefde technieken van zelftherapie. Zien door Yoga is een vertaling in het Nederlands, rechtstreeks uit het Sanskriet. Het is de vertalers bovendien gelukt de literaire vorm van het werk ‘de bondigheid, kristallen helderheid en logische structuur’ ook in de Nederlandse tekst tot uitdrukking te brengen zonder ingewikkelde of onbegrijpelijke termen te hoeven gebruiken. Dit laatste geldt ook voor de begeleidende verantwoording van de vertaling en het uitvoerige commentaar.
N.B. Was uitverkocht tot 2007; op veler verzoek herdrukt!
Waarom kan een musicus in zijn eentje prachtig spelen, en lukt het niet met een jury of publiek erbij? Waarom is een leerling slecht geconcentreerd terwijl hij zeer muzikaal lijkt? Waarom heeft een zangeres een droge keel, juist als het haar allerminst uitkomt? Welke praktische psychologische kennis en hulpmiddelen zijn beschikbaar voor optredenden en voor leraren?
Veel ervaring, theoretische uitleg en praktische toepassingen zijn systematisch en in een overzichtelijke structuur in dit boek bijeengebracht. Daarbij is ook gebruik gemaakt van wat schrijvers, schilders en musici over hun ontwikkeling hebben geschreven. In de meeste hoofdstukken zijn voorbeelden opgenomen van het op deze wijze werken met musici. Het boek is daardoor bruikbaar als een soort checklist: Aan wat voor gedrag is een bepaalde achtergrond te herkennen? Wat kan ik daar wel en niet mee doen? Welke middelen staan musicus en docent daarvoor ter beschikking? Op welke punten kan mijn vertrouwde patroon worden aangevuld? Bewuste en minder bewuste factoren worden hiermee toegankelijker voor de praktijk van het lesgeven en optreden. Het boek wordt met een aantal schematische samenvattingen van de behandelde onderwerpen afgesloten.
Dolf Grunwald was psycholoog, trainer en organisatie-adviseur, en werkzaam als docent psychologie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij overleed in 2004.
De tien partituren in deze bundel zijn zo gecomponeerd dat muzikanten met een minimum aan techniek, die voor het eerst in orkestverband samenspelen, al snel een maximum aan speelgenot en klinkend resultaat zullen ervaren. De technische eenvoud van de afzonderlijke partijen is van gelijk niveau.
De speelse, lichtvoetige composities, met een soms uitheems karakter, zijn naar believen te instrumenteren. De bezetting kan variëren van 5 tot 100 spelers, mits er 3 melodiegroepen, 1 akkoordgroep en 1 slagwerkgroep in voorkomen.
De instrumentatie kan alle kanten op, maar de stemverhoudingen tussen melodiegroepen 1, 2 en 3 moeten gehandhaafd blijven.
Een uit vier delen bestaande vioolmethode waarvan het doel is: het harmonisch samengaan van de individuele ontwikkeling van een solide techniek en de gezamenlijke muzikale ontplooiing door middel van het samenspel. De leerstof van deze methode is daarom hoofdzakelijk tweestemmig uitgewerkt. Zowel de boven- als de onderstem maakt deel uit van de onderwijsstof en ze zijn van gelijke moeilijkheidsgraad: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wat de leraar en wat de leerling moet spelen.
In Viool leren spelen wordt de techniek niet gescheiden van de muzikale voordracht, waarbij voorop staat dat de leerstof in elk onderdeel als geheel muzikaal zinvol op de leerling moet overkomen. Viool leren spelen heeft door zijn unieke tweeledige opzet veel voor op de reeds bestaande methodes, die over het algemeen uitsluitend gericht zijn op de individuele les. Bovendien wordt in deze tijd het geven van les aan groepen van overheidswege aangeraden en gestimuleerd.
Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.
Een uit vier delen bestaande vioolmethode waarvan het doel is: het harmonisch samengaan van de individuele ontwikkeling van een solide techniek en de gezamenlijke muzikale ontplooiing door middel van het samenspel. De leerstof van deze methode is daarom hoofdzakelijk tweestemmig uitgewerkt. Zowel de boven- als de onderstem maakt deel uit van de onderwijsstof en ze zijn van gelijke moeilijkheidsgraad: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wat de leraar en wat de leerling moet spelen.
In Viool leren spelen wordt de techniek niet gescheiden van de muzikale voordracht, waarbij voorop staat dat de leerstof in elk onderdeel als geheel muzikaal zinvol op de leerling moet overkomen. Viool leren spelen heeft door zijn unieke tweeledige opzet veel voor op de reeds bestaande methodes, die over het algemeen uitsluitend gericht zijn op de individuele les. Bovendien wordt in deze tijd het geven van les aan groepen van overheidswege aangeraden en gestimuleerd.
Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.
Een uit vier delen bestaande vioolmethode waarvan het doel is: het harmonisch samengaan van de individuele ontwikkeling van een solide techniek en de gezamenlijke muzikale ontplooiing door middel van het samenspel. De leerstof van deze methode is daarom hoofdzakelijk tweestemmig uitgewerkt. Zowel de boven- als de onderstem maakt deel uit van de onderwijsstof en ze zijn van gelijke moeilijkheidsgraad: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wat de leraar en wat de leerling moet spelen.
In Viool leren spelen wordt de techniek niet gescheiden van de muzikale voordracht, waarbij voorop staat dat de leerstof in elk onderdeel als geheel muzikaal zinvol op de leerling moet overkomen. Viool leren spelen heeft door zijn unieke tweeledige opzet veel voor op de reeds bestaande methodes, die over het algemeen uitsluitend gericht zijn op de individuele les. Bovendien wordt in deze tijd het geven van les aan groepen van overheidswege aangeraden en gestimuleerd.
Rudolf A.M. Zwartjes (1934) studeerde viool en schoolmuziek aan het Amsterdams Conservatorium. Na een korte loopbaan als vioolleraar in Nederland vestigde hij zich in Noorwegen, waar hij als componist en pedagoog werkzaam is.
